De twee -s’en: de vormen van de ’s in oude boeken.

5 mei 2021 | Boekwetenschap

Wie niet bekend is met oudere literatuur zal nu enigszins verbaasd opkijken als ik zeg dat de -s die wij nu kennen ook nog een andere vorm had. Echter, welke andere -s moeten we ons voorstellen? En waarom waren er twee ‘s-en? Enkele jaren geleden kwam ik deze twee -s’en zelf tegen. Ik moest voor een historisch vak een oude tekst van Hooft lezen, en toen zag ik het staan: een korte -s én een lange -s in één woord. Ons werd aangeleerd dat we die lange -s als een gewone -s moeten lezen en toen werd de punt gezet. De vraag wáárom we dit verschijnsel tegenkomen in oude teksten (en nu niet meer) bleef altijd in mijn hoofd dwalen.  Wanneer ik een docent vroeg wanneer de korte -s en de lange -s werd geschreven was het antwoord vaak: ‘dat is arbitrair’. En, ‘er lijken regels te zijn, maar heel duidelijk is het niet’. De vragen die bij dit verschijnsel opborrelden, hebben mij nooit losgelaten en de drang om hier voor mezelf een goed antwoord op te vinden, is toegenomen. Om die reden zal ik in een serie blogs mijn onderzoek naar de -s’en uiteenzetten.  

Fig. 1: Foto uit een tekst van Vondel uit de 17de eeuw

De eerste vraag waar ik bij ga stilstaan is: Hoe zien die ‘s-en er dan uit? De kleine -s kennen we natuurlijk al. De lange -s is een letter die niet meer bestaat en voor ons nu vooral op een -f lijkt. Als je kijkt naar fig. 1 zul je lange -s al snel zien. De titel is immers: Eerste Herderskout.
Ook in de cursieve tekst kunnen we in één regel twee soorten -s’en vinden; in de laatste twee woorden zien we de gewone -s in de naam Amaryllis, en de lange -s in het woord speelt. Deze lange -s ziet er iets anders uit dan de eerdere lange -s. Dat komt omdat we te maken hebben met een cursief lettertype. De eerste lange -s staat op de regel, de tweede lange -s loopt door. 

Fig. 2a: Lange -s
Fig. 2b: De letter -f

 De cursieve lange -s zag er ook wel écht anders uit, maar de ‘gewone’ lange -s lijkt erg op de -f. Toch is er één duidelijk verschil: het streepje van de lange -s (fig. 2a) loopt niet door zoals het streepje bij de -f (fig. 2b) dat wel doet. Naast dit bekende Roman-lettertype, werden boeken ook gedrukt in een gotische letter.  In fig. 3 zien we een stukje uit een incunabel uit 1477, in een gotische letter. Hier zien we ook de twee verschillende vormen van de -s terug. 

Fig. 3: Foto uit een incunabel uit 1477.

In de eerste regels kunnen we twee vormen van de -s lezen: ‘hier begint die historie dat leven ende dat regiment des […]’. Hier staat de lange -s op de schrijflijn en loopt aan de bovenkant door. De gewone -s in het woordje des is erg in elkaar gedrukt, en iets anders dan de korte -s zoals we het nu kennen. 

In dit bericht heb ik laten zien dat we dus twee -s’en hebben in oudere teksten. Niet alleen kwam dat voor in het werk van Vondel uit de 17de eeuw, maar ook komen we dit tegen bij boeken uit de 15de eeuw. In een volgend bericht ga ik kijken naar handgeschreven brieven, handschriften of/en administratieve documenten. Zien we daar ook de twee -s’en terug? Of is het een kenmerk van gedrukte boeken?